Afgelopen weekend had ik het genoegen in gesprek te raken met een voormalige kweker van binnenplanten uit het Over-Betuwse dorp Lent. Lent is pal ten zuiden van Elden gelegen op ca. 15 kilometer afstand. We spraken uiteraard over de Eldense Blauwe pruim. De man had zijn bedrijf moeten verkopen wegens stadsuitbreiding van Nijmegen aan de noordkant van de Waal. Hij genoot nu van zijn ‘oude dag’. Wat veel ‘mensen van nu’ niet weten en ook niet kunnen weten, is dat juist op de kalkhoudende kleigronden in de Betuwe, te vinden op de stroomruggen die door de rivieren in de loop van eeuwen zijn gevormd, in potentie ontzettend lekker fruit kan groeien. Zowel Lent als Elden zijn gezegend met dergelijke topgronden. Maar beiden dorpen hebben te maken met een nabij liggende stad. Diens bestuurders vinden de ontwikkeling van een vinexwijk belangrijker dan het behouden van een boomgaard op grond van wereldklasse. Dat die stadsbestuurders woningbouw een hoge prioriteit toekennen is terecht. Mensen willen ergens kunnen wonen. Zelfstandig of in gezinsverband. Die keuzevrijheid kan vanuit maatschappelijk oogpunt bijna niet groot genoeg zijn. En eerlijk is eerlijk: er resteert in Nederland nog ongeveer 200 ha commerciële pruimenteelt. Dat is bijna niets: 2 vierkante kilometer. Weliswaar behoren onze topgronden zoals op de stroomruggen in de Betuwe tot de wereldklasse. Maar elders in de wereld liggen óók goede gronden, zijn de lonen een stuk lager, is de vraag naar huizen een stuk kleiner en schijnt vaker de zon. Transport van fruit vanuit buitenland is gemeengoed. Zo krijgen wij ons dagelijkse portie wereldfruit bijna tot aan de voordeur voorgereden.
Die zonneschijn is essentieel voor fruit. Want fruit dat je eet, moet goed rijp zijn wil je de volle smaak kunnen ervaren. Voor pruimen geldt: rijpen gebeurt in de zon. Zo oud als de weg naar Rome is de truc die uitgehaald wordt met de Reine Claude Verte. Heerlijke pruimen die – mits goed rijp geplukt – een stroperig zoet sap krijgen. Ongelooflijk lekker. Maar de kans dat de pruimen deze staat van rijpheid halen, is nihil. Dat komt door de plukker. Hij plukt de pruim veel eerder. Reine Claude Vertes zijn immers gevoelig voor regen. Na een regenbui springen ze kapot en vallen ze ten prooi aan wespen. De pruimen zijn dan onverkoopbaar. Maar ook als er geen regenbui komt, gaat het mis met de verkoop. Een rijp geplukte pruim moet eigenlijk dezelfde dag gegeten worden om de volle smaak ervan te kunnen ervaren. Bewaren is geen serieuze optie. Transporteren al helemaal niet. Dat kan die rijpe pruim niet verdragen. Daarvoor is hij te kwetsbaar. De truc is dan om de Reine Claude Verte pruimen onrijp – dus hard en zuur – te plukken en te bedekken met een wollen deken. Door het broeien worden de pruimen iets zachter en kleuren ze door naar groengeel, de kleur van een heerlijk rijpe Reine Claude Verte pruim. In die staat kun je de pruimen wél transporteren en ook nog eens een dag of 5 bewaren. De consument die niet beter weet, eet deze pruimen gewoon op. De man uit Lent vertelde over een andere truc: de grote wisseltruc. Je plant geen Eldense Blauwe boom maar Czar-pruimen. Die lijken sprekend op Eldense Blauwe, zijn slechts een paar dagen later rijp maar smaken naar bijna niks. Het grote verschil voor de fruitteler is echter dat de Czar – die gekweekt is eind 19e eeuw uit een pit van de Eldense Blauwe – veel meer vruchten geeft, ervan uitgaande dat hij gekweekt is op dezelfde onderstam. Daarbij is de Czarpruim veelal ietsie groter dan de Eldense Blauwe pruim. Menige Czarpruim is zo verhandeld als Eldense Blauwe. Weer wordt de consument zonder dat hij het weet, betrokken in een geheim spel van de fruitkweker. De voormalige plantenkweker moest minzaam glimlachen bij het bespreken van de laatste truc die zowel bij planten zoals rozen als bij fruitbomen wordt toegepast. De mooiste rozen kun je alleen krijgen op de juiste onderstam. Ook voor fruit geldt: de lekkerste vruchten kun je alleen krijgen op de juiste onderstam. Maar wat nu als juist die onderstam gevoelig is voor ziekten? Of andere nadelen kent? Dan zet je de fruitboom gewoon op een onderstam die iets minder lekkere vruchten geeft. Geen consument die daar immers weet van heeft?