Een van de betere bestuivers voor de Eldense Blauwe pruim is de Reine Claude d’Ouillins. In onze streek, de Over-Betuwe, maken we de naam wat korter en makkelijker: Doelje of Doeje. Van mijn moeder wist ik dat opa Hent ook deze Doejes had. In december 2005 kocht ik daarom een prachtige sterk ogende jonge Doejeboom. De Doejepruim is groot, geel en lekker. Wel moet je uitkijken dat je de pruim niet te rijp laat worden. Dan wordt die melig en bovendien een prooi voor de wespen. De pruim is dan binnen een halve dag voor de helft bruin geworden en voor consumptie niet echt geschikt.
De eerste jaren maakte Kittie sap van de pruimen. Want het zijn zulke knotsen van pruimen: daar heb je zo een emmer van vol. Het sap wordt heldergeel en is fris van smaak. Zeker een aanrader. Lekker in de vanillevla! Ook uit de hand zijn het lekkere pruimen, mits vroeg genoeg geplukt. Maar ondertussen groeit de gulle gever, de boom, maar door. Dit najaar schat ik de boom op 7 meter hoog en ook een meter of 7 breed. En het einde is nog niet in zicht. Ik sta dus voor een pijnlijke keuze: ga ik hem weg halen? Als ik er aan denk, laat ik het idee dat deze boom misschien nog wel 50 jaar kan staan los. Zo ook het romantische idee dat deze boom kan uitgroeien tot een majestueuze boom met imponerende vruchtdracht. Ik dwing mezelf te denken aan die 2 Eldense Blauwe bomen, geënt op een Varkenspruim. Die nu nog pink-dik zijn maar die mij straks overstelpen met heerlijke Eldense Blauwe pruimen. Als ik daar aan denk, heb ik mijn keuze al gemaakt. Het is zoals psycholoog René Diekstra ooit schreef: ‘kiezen is verliezen’. Dat klopt. De Doeje wordt bedankt voor bewezen diensten en komt nooit meer terug. Maar zijn beste dienst is toch wel dat hij plaats gaat maken voor 2 Eldense Blauwe bomen.