Update maart 2023
Wij als maatschap Eldense Blauwe willen natuurlijk de lekkerste en grootste Eldense Blauwe pruimen telen. Natuurlijk kijk je dan mee met ‘de grote jongens’. Deze hebben Proeftuin Randwijk opgezet. Wij zijn als Maatschap supporter van deze proeftuin. Om zo niets te missen. Maar natuurlijk doen we ook zelf onderzoek. Wij testen in eigen beheer uit hoe de Eldense Blauwe reageert op de volgende onderstammen: VVA-1, Dospina 235, Adabtabil, WUR S-766, Wavit, Brompton, Myrobolan zaailing, Varkenspruim en St. Juliën A. Wanneer er een nieuwe beloftevolle onderstam op de markt verschijnt, nemen we die mee in onze proeven.
Hieronder leest u meer over de Proeftuin Randwijk. Inmiddels geldt niet meer dat de WUR S-766 onderstam in Nederland niet verkocht mag worden. Deze regel was niet vol te houden, onder meer omdat de onderstammen wel te koop waren in Duitsland.
Nederland beschikt over een top universiteit op landbouwgebied: Wageningen Universiteit & Research (WUR) . Dit jaar bestaat de Wageningse Universiteit 100 jaar. Wageningen staat met twee Amerikaanse universiteiten in de wereld top 3. In Randwijk, gelegen op 15 kilometer van Elden, bevindt zich de Proeftuin Randwijk, voorheen fruitkenniscentrum, onderzoekslocatie van de WUR, aangeduid als PPO Randwijk. In 2014 heeft Fruitconsult BV de exploitatie hiervan overgenomen van WUR. Fruitconsult heeft naast de WUR nieuwe partners toegevoegd: de Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO) en de Centrale Adviesdienst Fruitteelt (CAF). Om daarmee onafhankelijkheid van de proeftuin te waarborgen. De vier partijen vormen samen de stuurgroep van de proeftuin een hebben de ambitie ervoor te zorgen dat de Nederlandse Fruitteelt voorop blijft lopen op het gebied van duurzaamheid, efficiency en rendabele productiesystemen. In de proeftuin wordt onderzoek gedaan en daarnaast worden – sinds 2014 – demo’s gegeven. Samenwerking wordt gestimuleerd in de gehele fruitsector. De vier partijen zoeken samenwerking met sponsoren, supporters en opdrachtgevers. Maatschap de Eldense Blauwe is supporter.
Het onderzoek is te verdelen over: fundamenteel onderzoek en praktijkgerichte demo’s. Aandachtsvelden zijn: duurzame fruitteelt, moderne rassen en onderstammen, efficiënte productiesystemen en technologie. Er is ook aandacht voor biologische teelt. Daarin is onder aandacht voor vergroening van gewasbeschermingsmiddelen, het toepassen van natuurlijke vijanden, het bevorderen van de wilde bijenstand door de aanplant van bloemmengsels en het werken met innovatieve netten waardoor bijvoorbeeld schimmelziektes in appels voorkomen kunnen worden. Op 27 juni jl. was er een innovatiemarkt met als thema: ‘Heeft groen de toekomst?’ Gisteren (16 augustus) was er de open dag gericht op Nederlandse telers. Vandaag (17 augustus) is de open dag gericht op buitenlandse telers.
Het accent ligt op appels en peren, het hardfruit. Niet zo verwonderlijk want Nederland is vooral gericht op de teelt hiervan. Sinds dit jaar is er ook aandacht voor houtig kleinfruit, waarbij gefocust wordt op 4 soorten: bramen, frambozen, zwarte bessen en rode bessen. Pruimen staan ook op de proefvelden. Het onderzoek met betrekking tot pruimen richt zich in hoofdzaak op de onderstam WUR S766. Deze onderstam is geselecteerd uit een groot aantal wilde sleedoorns. Sinds 1987 werd met veldproeven gekeken welke van deze ‘wilde’ sleedoorns de beste was. De onderstammen werden beoordeeld op fruitkundige eigenschappen als rustige groei en hoge productiviteit, uitgedrukt in gemiddeld aantal kilo’s per boom, vruchtgrootteverdeling en vruchtgewichtverdeling. Proeven werden gedaan met Opal en Victoria.
WUR is licentiehouder voor Europa. De licentie voor het vermeerderen van deze onderstam is uitgegeven aan drie Nederlandse bedrijven (Alwin Ebbers Handelskwekerij in Noordbroek Groningen, Gebroeders Janssen in Nederweert Limburg, Schrama Boomkwekerijen in Biddinghuizen Flevoland). Twee Nederlandse bedrijven mogen 1 en 2 jarige fruitbomen verkopen op de onderstam WUR S766. Dat zijn Van Rijn – de Bruin BV in Uden Brabant, en Schrama Boomkwekerijen in Biddinghuizen Flevoland.
Op 10 plaatsen zijn in Nederland pilots aangelegd. Dit was in mei 2015. De bedrijven die hieraan meewerken liggen verspreid door Nederland: Numansdorp (aan het Hollands Diep, onder Rotterdam, Zuid-Holland), Ophemert (tussen Tiel en Zaltbommel aan de Waal, Gelderland), Wadenoijen (gemeente Tiel, Gelderland), Zetten (aan de Linge, Gelderland), Wemeldinge (aan de Oosterschelde, Zeeland). Luttelgeest (Noordoostpolder, Flevoland), Venhuizen (aan het Markermeer, West-Friesland, Noord-Holland), Zwaag (aan het Markermeer, West-Friesland, Noord-Holland) en Randwijk (PPO, aan de Linge, Gelderland). Er is gekozen om op deze 10 locaties niet alleen Opal en Vicatoria bomen aan te planten. Ook zogenaamde Lazoet rassen zijn aangeplant. In Randwijk zijn controle-rijen aangeplant, op VVA 1 onderstam en St. Juliën A onderstam.
De onderstammen zijn niet te koop in Nederland. Wie een pruimenboom op een WUR s766 onderstam wilt verkrijgen, dient een kant en klare boom te kopen bij of Van Rijn – de Bruin of bij Schrama Boomkwekerijen. Je kunt dan wel omenten om bijvoorbeeld toch een Eldense Blauwe boom op WUR s766 onderstam te verkrijgen. De reden voor deze defensieve strategie is eenvoudig: de investerende bedrijven willen graag hun financiële bijdrage terugverdienen. Voor met name Van Rijn – de Bruin BV geldt dat deze de investering alleen kan terugverdienen door bomen te verkopen. Dat maakt het bedrijf wat kwetsbaar. Verkoop van losse onderstammen in Nederland zou ertoe kunnen leiden dat Van Rijn – de Bruin BV te weinig bomen geënt op WUR s766 verkoopt en daardoor een desinvestering heeft gedaan. Dat is uiteraard niet de bedoeling van Van Rijn – de Bruin BV.
In 2017 zijn van 4 pilotlocaties de maatsorteringen bepaald, voor de pruimen Opal en Victoria. Daarbij is de vergelijking gemaakt tussen bomen die geënt zijn op de Franse St. Juliën onderstam, de Russische VVA-1 onderstam (Krymsk 1) en de Nederlandse WUR S766 onderstam. De WUR s766 blijkt een heel positief effect te hebben op de geënte rassen Opal en Victoria. Zo lag bij alle vier de bedrijven het gemiddeld vruchtgewicht op de WUR S766 het hoogst. Bij de Opal bomen was bij 3 van de 4 bedrijven het laagste gemiddelde vruchtgewicht aanwezig bij bomen geënt op St. Juliën onderstam. Opmerkelijk is te noemen dat de resultaten per bedrijf behoorlijk verschillen. Het laagste gemiddelde vruchtgewicht van Opal geënt op WUR S766 bedraagt ca. 17 gram. Het hoogste gemiddelde vruchtgewicht op WUR S766 bedraagt ca. 30 gram. Dit kan aan de grondslag liggen. Maar ook aan de wijze van dunnen, de wijze van bevloeien (bedruppelen) en de wijze van gewasbescherming en de wijze van bemesting.
Ook als het gaat om de maatsortering scoort de onderstam WUR s766 als beste, zowel bij de Opal bomen als bij de Victoria bomen. Bij de Opal is ruim 20% van de pruimen, mits geënt op WUR s766, groter dan 43 mm doorsnede. Is de boom geënt op de St. Juliën onderstam, dan geldt dit voor slechts ca. 7%. Van de Opal pruimen, geënt op VVA-1 onderstam is ca. 8% groter dan 43 mm.
Voor de Victoria zijn de percentages pruimen groter dan 45 mm doorsnede ca 4% voor bomen geënt op St. Juliën en ca. 15% op WUR s766. Voor de op WUR s766 geënte Victoria pruimen geldt dat ca. de helft van alle pruimen een diameter heeft van 43 tot 45 mm. Voor de op St. Juliën geënte Victoria pruimen geldt dat ca. de helft van alle pruimen een diameter van 38 -41 mm heeft.
De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd door de WUR. Het verslag vermeldt niet of er gedund is, en hoe de boomverzorging is geweest.
De WUR heeft ook onderzoek gedaan naar de gevoeligheid voor bacteriekanker. Wederom is een proef uitgevoerd met Opal en Victoriapruimen, geënt op St. Juliën A onderstam, VVA-1 en WUR s766 onderstam. In de winter van 2015 heeft men de bomen geënt. De eenjarige boompjes zijn bij ca. 90 cm hoogte verplaatst naar Randwijk. Na een maand zijn de planten met een pipet besmet met een vaste hoeveelheid bacteriën. Gekozen werd voor de hoofdscheut. Deze werd afgeknipt en op de verse wond werd met de pipet de bacteriesuspensie aangebracht. De controlegroep werd ‘besmet’ met gedemineraliseerd water. Bij besmetting verschijnen er ingezonken plekken in de bast van de twijg die besmet is. De lengte van de ingezonken plek wordt gemeten. Dit is de internationale maat voor de veldtolerantie voor bacteriekanker.
Op basis van deze proeven kunnen geen conclusies getrokken worden. De hoop is uiteraard dat de WUR s766 onderstam de weerstand tegen besmetting met Pseudomonas Morsprunorum vergroot. De vraag is echter of dit ook echt zo is. Verdere proeven moeten dit uitwijzen.