Wim kwam met zijn vrouw Gé in Elden wonen, na de bouw van de wijk ‘Le Jardin’. Tot die tijd stonden hier de laagstamappels van boer Tijssen (spreek uit Tiesen). De boompjes weken, de huizen kwamen. Wim wist in aanmerking te komen voor een fraai huis aan de zuidkant: met de tuin grenzend aan de oude Middelweg; na de realisatie van de wijk Elderveld plotsklaps Elderhofseweg geheten.
Wim en Gé hadden uitzicht op het land van boer Pruijn, de boer op boerdere De Brinkenhof. De fraaie boerderij waar ooit de opa van Hein boeren knecht was.Boer Pruijn had de laatste jaren tarwe verbouwd. Maar het land was onderdeel van de zogeheten Eldense Groengordel. Deze gordel rond de kern van het oude dorp Elden diende de Eldense kleinschaligheid en het dorpse karakter te beschermen tegen grootstedelijke invloeden. De tarwe zou plaats maken voor een park. Wim, Ruurd Lammers en ik zaten namens de dorpsraad in de Klankbordgroep die door de Gemeente was ingesteld. Het ging enerzijds om de inrichting van het groen, anderzijds om de sloop van verpleeghuis Elderhoeve, en de bouw van het nieuwe verpleeghuis Eldenstaete. Om recht te doen aan het dorpse karakter, werd het parkontwerp van Bureau Lubbers gebaseerd op de Betuwe. Per slot van rekening is Elden een voormalig Betuws dorp. Gevolg was dat er een boomgaardje ingetekend werd, omzoomd met smalle slootjes. Wim vond dit alles prima. Maar als voormalig ambtenaar bij Gemeente Arnhem en als projectleider van het beroemde Arnhemse park Sonsbeek in 2008, met de grote beeldententoonstelling en de aanleg van de beroemde Steile Tuin, vond Wim wel dat het Eldense park allure moest krijgen. Alleen volstaan met Betuwse nostalgie, dat volstond niet.
In november 2005 hield de PvdA een bijeenkomst in sporthal De Laar -West. Ik ging erheen, want de wethouder Ruimtelijke Ordening, Sander van Bodegraven, was van PvdA huize. Het was belangrijk om te weten wat zijn plannen waren. Wim Roddenhof kon erg goed met Sander. Kritiek op Sander was prima, maar wel onderbouwd. Wim hield van pittige discussies – hij kon er zelf ook wat van zo gaf hij ruiterlijk toe. Maar Wim hield niet van steken niet onder de gordel en hij hield helemaal niet van kletspraat. Sander zag mijn voorstel wel zitten: om vooruitlopend op de aanleg van het park, alvast de boomgaard aan te planten. De verkiezingen kwamen er bovendien aan. Dus een plaatje in de Arnhemse Koerier was wel gewenst. Ik rekende Sander voor: 100 bomen voor 1000 euro en grondbewerking vooraf voor 500 euro. Voor 1500 euro zou het park al gestalte krijgen. Zo geschiedde. In februari 2006, het land bedekt met een dikke laag sneeuw, groeven enkele eenzame mannen plantgaten in het voormalige graanveld van boer Pruijn. Met 10 ingekuilde hoogstam appelbomen, afkomstig van Hendrik ten Elsen, stonden we klaar. Op de hoekpunten van de toekomstige boomgaard kwamen in totaal 4 bomen. De overige 6 bomen werden op de omtreklijn geplaatst. Sander vond het weer evenmin aantrekkelijk. Hij plantte de boom die het dichtst bij de openbare weg kwam te staan. De fotograaf schoot zijn plaatjes. Daarmee was de aanleg van de boomgaard van start gegaan. Met kinderen van de basisscholen werden in oktober 2006 de overige bomen geplant. Maria Jansen – Van Kesteren en Ria Leenders hadden namens de jubilerende dorpsvereniging Elden de bovenbouw leerlingen en hun meesters en juffen bereid gevonden. Diverse oud fruittelers als Daan Boetzel, Henk Eggenhuizen en Hein Reusken begeleidden de aanplant. Ben Roelofs zal ongetwijfeld gefilmd hebben. Kortom: de nieuwe boomgaard was een feit. Uiteraard kwamen er pruimenbomen. Aanvankelijk 49 stuks, waarvan 7 Eldense Blauwe bomen, afkomstig van de entlichting 2003, van Hendrik. Daar bovenop kwamen appels, peren en kersen. In totaal zo’n 115 bomen. Enkele jaren later werd het park verder ingericht. Slootjes en paden kwamen, soms ten koste van bomen. Knotwilgen kwamen en schapenrasters. Dus kwamen er ook schapen via Arnold Steenhuis van Natuurcentrum Arnhem, gevestigd op de voormalige boerderij van familie Tilleman aan de Huissensedijk. Later volgden kalveren via Erik Wijers van de Hendrinahoeve op ’t Heuveltje in Meinerswijk. De door Lianne Vellema en mij opgerichte stichting Het Eldens Landschap zou tekenen voor het beheer. Het sportveld en de bloemenweide bleven in beheer bij de Gemeente zelf. Jammer genoeg werden 2 zeer oude appelbomen gerooid bij de aanleg van de bloemenweide. Het waren appelbomen geweest van de boeren gebroeders Rutgers van voor uit de Klapstraat. Zo moesten ook de hoogstamappels wijken langs het fietspad tussen de Stoeterij van Schouten en de Batavierenweg. Ook die waren van gebroeders Rutgers geweest. Er kwamen onder aansturing van de Gemeentelijk manager beheer Stadsdeel Zuid, de heer Kees Hin, jonge hoogstambomen voor terug. Enkele pruimenbomen die over bleven bij de aanleg van de slootjes in het nieuwe park, verhuisden naar deze stek.
De bomen in het park doen het goed. Ze zorgen voor prachtige bloesem in het voorjaar en voor lekkere vruchten in de zomer en najaar. Betuwse rijkdom in optima forma. Eldense meiden, aangestuurd door Lianne, verzorgen het vee. Vrijwilligers van de Eldense Landschapscommissie snoeien de bomen. Wim zou er zeker van hebben genoten. Daan zou er zeker trots op zijn geweest.