Is het nog goed gekomen met de Eldense Blauwe pruimen? Ja en nee. Het verschil tussen geen pruimen of wel Eldense Blauwe pruimen is dit jaar hier in Elden in een enkele nacht bepaald. Staat jouw boom net gunstig qua wind? Gleed de koude luchtstroom net aan jouw boom voorbij? Dan is het net goed gegaan en heb je geluk gehad. Er zijn ook pechvogels: de mensen die geen enkele Eldense Blauwe pruim aan hun boom hebben hangen. Bij ons staan de bomen op diverse plekken en het wisselt per locatie. Bij huis hangen genoeg Eldense Blauwe pruimen om lekker van te snoepen als ze rijp zijn. Zo geplukt van de boom, dat is toch wel het aller-aller-aller-lekkerste!

Op onderstaande foto staat wel een heel vreemde pruim. Het is ook niet echt een pruim, het is het vruchtlichaam van een schimmel. Een beetje simpel gesteld: een paddenstoel. De meeste mensen kennen een paddenstoel als het huisje van de kabouter, met een steel, en een hoed en aan de onderzijde van de hoed de lamellen waar de sporen zich bevinden. Bij het Narrentasje – zoals deze schimmel heet – bevinden de sporen zich aan de buitenzijde van het fluweelzachte vruchtlichaam. Er zit geen pit in het vruchtlichaam, het lichaam is hol.

Een aantal jaren terug kwam ik op een Engelstalige site (ik denk dat het een Amerikaanse site was) een artikel tegen over de Pocketplum, de Engelse naam voor dit verschijnsel. Ik herkende het niet maar las op deze site tot mijn verbijstering wel dat zonder maatregelen de halve boom aangetast kon worden. Verder zoeken op internet leverde toen geen zinvolle informatie op.

In 2019 zie ik ze voor het eerst in Elst. Het duurt even voordat ik weet dat de Nederlandse benaming Narrentasje is. Vanaf dit moment is het makkelijk zoeken. Ik lees dat het gaat om een zeldzaam voorkomend iets. Biologen kunnen er warm van worden. Welnu, ik niet. Ik vind de benaming Narrentasje daarom ook ongepast, te lief. Het Britse Pocketplum sluit beter aan bij mijn beleving, waarbij ik de spontane neiging heb om tot de Nederlandse verbastering ‘Pokkepruim’ over te gaan.  In 2020 zie ik ze voor het eerst in Elden. Niet bij mezelf. Maar ja, dat is een kwestie van tijd vrees ik.  Dit jaar zie ik ze wel bij mezelf. Onderstaande foto is gemaakt van een doorgeschoten Brompton onderstam. In dit boompje zaten drie exemplaren van de Pocketplum. En ik zie er twee op een jonge Eldense Blauwe boom in mijn achterste boomgaardje.

 

Dat het behoorlijk uit de hand kan lopen, blijkt uit onderstaande foto die op internet staat, en op 28 mei 2021 is gemaakt door Louis Geraets in het dorpje Oost-Maarland gelegen vlak bij de Maas en net ten noorden van Eijsden en ten westen van Margraten. Nu ben ik enkele keren in die prachtige hoek van Zuid-Limburg geweest, en het is daar prachtig. Voor mij persoonlijk niet in de laatste plaats door de uitgestrekt velden met fruitbomen, onder meer van de indrukwekkende kwekerij van Jos Frijns en Zonen in Margraten. Nu weet ik niet hoe het de fruitkwekers in Zuid-Limburg vergaat, maar ik zou een hartverzakking krijgen bij het zien van onderstaande boom! Ik zie alleen maar Pokkepruimen!

Een Eldenaar mailde mij een week terug. In zijn jonge Eldense Blauwe boom, enkele jaren terug gekocht in Ochten, bij kwekerij De Batterijen, hing een flink aantal vreemde boonachtige vruchten… De bijgaande foto had ik eigenlijk niet nodig. De boom is gelukkig nog vrij klein. Ik heb hem aangeraden alle vruchtlichamen handmatig te verwijderen en te vernietigen. Zelf leg ik ze in de oven, op 200 graden een kwartiertje. Ik ga er van uit dat dit toereikend is.

Waarschijnlijk is het een begin van een grootschalige verspreiding waar Covid 19 een puntje aan kan zuigen. Ik hoop het niet, maar per vruchtlichaam komen er zoveel sporen vrij….

Vreemd dat het verschijnsel zo onverwacht komt oppoppen? Zou dit iets te maken hebben met de veel bezongen klimaatverandering? Of zou die massale aanplant van Sleedoorns in bosplantsoen in parken en langs provinciale en snelwegen hier een rol in spelen? Of zou de biologische teelt – waar ik een groot voorstander van ben – hier zijn visitekaartje afgeven? Ik weet het niet. Maar verdraaid nog an toe, een viruscircus in de wereld is wel genoeg. Ook nog een schimmel in de pruimen? Hoeft echt niet! We kunnen echt zonder! Graag zelfs! Weg – weg – weg – weg. Ksssst!!!

 

 

2 Comments

  • Beste Patrick en Henk

    Tijdens mijn wandeling door het Heuvepark in Beuningen (GLD) eergister, schrok ik me rot. Het park staat vol met duizenden Sleedoornstruiken en ik pluk ze altijd graag, maar nu zag ik geen rijen mooie sleedoornbessen maaar rare vervormde aanhangsels, die na zoeken Narrentasjes genoemd worden. Ik maak me hier wel zorgen over want ik ben bang dat het hele park aangetast is. Het park heeft ecologisch beheer en bevat ook een zeer oude boomgaard met een kleine 100 fruitbomen met veel soorten aan appel, peer en kers. De rest van het park bevat ook veel fruit, wilde en gewone kersen en veel soorten appel, wilde maar ook eetbare. Er staan ook hazelaar en een zwarte walnoot, bij elkaar echt een zeer mooi park.
    Wat kan je doen aan deze schimmel en dan op deze schaal, is dat iets dat ook weer kan verdwijnen of is ingrijpen dan noodzakelijk? En ingrijpen hoe? Wanneer verschijnen de sporen aan de buitenkant? Als je dan gaat maaien maak je het probleem natuurlijk nog eens vele malen groter. Er zijn mensen genoeg met pruimenbomen in de tuin ( wij ook) dus verspreiden wil je niet, ook niet voor de fruittelers in de omgeving. Ik ben benieuwd naar jullie gedachten hierover.

    • Dag Sonja,
      Dank voor je reactie. Wat te doen met het Narrentasje als je er niet op zit te wachten? Zoals je het beschrijft is er waarschijnlijk op zeer grote schaal sprake van verspreiding van deze schimmel. Het is dan niet realistisch om handmatig in te grijpen. Chemisch ingrijpen zal maatschappelijk ongewenst zijn. Wetenschappers zullen zeggen: ‘Ga meten. Leg het vast.’ Het is inderdaad belangrijk om foto’s te maken, zo mogelijk inschattingen te maken van het verspreidingsgebied. Veel meer kun je nu niet.
      Beuningen ligt niet zo ver van Elden af. Ik ga binnenkort eens kijken daar in het Heuvepark. Volgende week is er een bijeenkomst van fruittelers op de proeftuinen van Randwijk. Ik zal daar navragen wat de ervaringen zijn in Nederland met (de bestrijding van) het Narrentasje. Ik heb vorig jaar niet zoveel informatie kunnen vinden over het Narrentasje. Dit jaar is de verspreiding onder de pruimenbomen die ik heb gezien in mijn directe omgeving een stuk minder dan vorig jaar. Maar dit zegt niets over verspreiding in andere delen van Nederland. Rond deze tijd kom je de vruchtlichamen tegen aan de pruimenbomen en sleedoornstruiken. Wanneer het vruchtlichaam (de zwam) in mei flink gevormd en gegroeid is, gaan zich – voor zover ik weet – al sporen vormen aan de buitenkant van het vruchtlichaam. Deze sporen kunnen zich al snel daarna afsplitsen. Ze kunnen dan de zomer en winter overleven en in het voorjaar van 2023 hun intrede doen bij het vruchtbeginsel van Sleedoorn en of pruim. De sporen worden verplaatst door de wind en of tijdens regenbuien.
      Ik kan me voorstellen dat bij massale verspreiding de beheerder ook niet weet wat te moeten doen. Afwachten zal vaak het eerste zijn waar een beheerder aan denkt. Maar of dit verstandig is? De Latijnse naam van de schimmel is Taphrina Pruni. Het zijn de prunussen die gevoelig zijn. Over de appels, peren, walnoten etc zou ik me dus geen zorgen maken. Ik zal binnenkort op deze site een artikeltje wijden aan het Narrentasje, met aanvullende informatie.

      Met vriendelijke groet,
      Henk van Rheede
      Mts. Eldense Blauwe

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *