Het is weekend. We hebben de boel aardig op de rit. Voor Kit is het fijn zo. Ze heeft vanmorgen wat gewandeld en getekend. Foto’s maken hoort er ook bij. De afgelopen dagen waren te druk voor Kit. Teun springt dan bij. Hij denkt in de regel sneller dan Kit en ik bij elkaar. Maar iedereen begrijpt dat een jongen van achttien niet altijd geïnteresseerd is in het oplossen van grote mensen problemen. Voor Jort ligt de assistentiedrempel nog hoger: Jort vindt eten zelfs geen sociale bezigheid. Jort houdt van rust, ongerepte natuur, astrologie en koude streken. New Delhi is dan niet je favoriete plek. Ik hoop daarom van ganser harte dat ik snel van mijn longproblemen afkom zodat we als gezin deze stad uitkunnen en het platteland kunnen verkennen. Koud zal het niet worden, maar in elk geval wat rustiger en wat schoner qua lucht. Jort had vooraf uitgezocht dat een dag in New Delhi gelijk staat aan het roken van 80 sigaretten. Nog een reden voor Jort om niet te veel naar buiten te willen gaan. Ikzelf breng de dagen vooral door op bed. Slapend wel te verstaan. Dit valt nog niet mee. Afgelopen nacht was het buiten 28 graden en zeer vochtig. Vandaag overdag is het 32 graden. Ons absurd mooie guesthouse heeft dikke muren en overal marmeren vloeren. Om de paar meter hangt een propeller aan het plafond en ieder vertrek – 3 slaapkamers, 2 badkamers, living, keuken en eetruimte – heeft zijn eigen airco. Maar zelfs dan houd je het niet koel.

Is het echt zo absurd mooi? Natuurlijk valt er genoeg op en aan te merken. Zo is de ene badkame wat gedateerd qua kranen. En ja, er zitten nog oude gaten in plafond en wanden van oude lampjes die verwijderd zijn. De kranen lekken niet zelden; perfectionisme in afwerking kun je de Indiers niet verwijten.

Je komt overigens binnen via een hal die eveneens een marmeren vloer kent. Deze ruimte is zeker twintig vierkante meter. Maar we doen er niets mee; keuken, living en eetruimte vormen een geheel van meer dan honderd vierkante meter. Het enige nadeel hiervan is dat als ik naar bed wil, ik een meter of tien moet lopen.

Teun is nu twee keer naar de gym geweest. Hij komt opgetogen thuis: de Indiase jongens beschouwen hem als een soort god, vertelt hij. Ja gekker moet het natuurlijk niet worden. Teun heeft niet één coach, ze zijn allemaal zijn coach. De jongens zijn als de dood dat Teun een blessure oploopt. Ze zijn supertrots en superzuinig op hem. Waarschijnlijk is hij de eerste witte die hun gym van binnen heeft gezien. Hoogtepunt – voorlopig – is een foto op de rug van de ontzettend brede gast en Teun. Beide laten hun rug- en armspieren zien. Hoewel ik Teun laatst vergeleek met Rutte: bijna altijd ontwapenend en vrijwel niet boos te krijgen, als het om spiermassa gaat zal de vergelijking volledig mank gaan. Ter geruststelling: als we thuis met pruimen bezig zijn, of aan het verbouwen zijn, dan hebben we helemaal niks aan Teun. Het interesseert hem geen ene biet wat we doen.

Voor Jort lonkt ander avontuur. Bijvoorbeeld op excursie op een boot met biologen om walvissen te bekijken. Een Nederlandse onderzoekster organiseert voor circa vijftien mensen deze trips al jaren. Engels is daar uiteraard de voertaal, iets wat voor Jort geen enkel probleem vormt. Ik heb zelfs het idee dat Jort liever Engels praat dan dat bekrompen Nederlands.

Zo zitten wij hier met ons gezin: vier totaal verschillende mensen in een knotsgekke stad. Half drie in de middag en Teun en Jort staan net op. Teun sliep de nacht ervoor slechts twee uurtjes en had wat in te halen. Jort houdt van slapen en loopt nu zwijgend heen en weer.  Jort heeft schik; als ik zwaai, zie ik hem pret hebben. Teun heeft kameraad Beren aan de telefoon. Teun heeft zijn headset op dus dat luistert lekker. Nu gaat hij ook nog de tosti eten die Kit net gemaakt heeft. Met volle mond praat hij vrolijk door. Beren gaat 24 oktober naar Australie, en Teun haakt dan aan. Samen Australie verkennen. Beren heeft net als Teun afgelopen zomer zijn diploma gehaald, en daarbij ontstond het idee. Beren moest voor zijn visum alleen wachten op zijn achttiende verjaardag en dat is ergens in oktober.

Voormalig Rijksbouwmeester Floris van Alkemade schrijft ik meen in 2019 een geweldig positief boekje over de kansen van Nederland. Zijn stelling in mijn woorden: de wereld moet veranderen. We moeten innoveren. Daarvoor hebben we jonge slimme mensen nodig. Die moeten zich wel kunnen ontwikkelen: er moet stabiliteit in het land zijn, het land waar ze hun opleiding genieten moet rijk zijn, relevante ervaring hebben en over topuniversiteiten beschikken. Floris stelt dat Nederland een van de weinige landen ter wereld is waar al deze randvoorwaarden gelden. We zijn rijk in Nederland, we beschikken over topuniversiteiten in Wageningen (landbouw, watermanagement), Delft, Enschede en Eindhoven (techniek) en we hebben zeer veel ervaring met watermanagement, landbouw en internationale handel. Daar schaar ik ASML gemakshalve ook maar even onder.

Ach, wat zijn we toch een gaaf land. Vijf procent loopt structureel bij de voedselbank en de uitkomst van de parlementaire enquete over de toeslagenaffaire was dat er sprake is – niet was – van een totaal systeem falen. Het zijn maar drie simpele woorden. En ik heb het idee dat de strekking nergens geland is. Dus laat ik het zout nog eens in de wonde drukken. Het gaat om falen. Ja, dat weten we. Het gaat om falen van het systeem. Uh, het systeem? Waar hebben we het over? Het rioleringssysteem? O, een totaal systeem falen? Jeetje, wat betekent dit dan? Nou, dat de gehele overheid – rechters, juristen, fiscalisten, en noem de hele santekraam maar op – als een blind paard op het verkeerde spoor zat. Als een Sven Kramer die op aanwijzen van zijn coach twee keer achter elkaar de buitenbaan schaatst en daardoor Olympisch goud mist. Zoiets, maar dan veel erger.

De nodige high potentials – zo noemen we de buitengewoon slimme jongetjes en meisjes van generatie Z en next – zitten tegenwoordig op het asfalt. Zitten ze te demonstreren tegen het beleid van de overheid. Volgens naargeestige onderzoekers is zo’n zestig procent van de jongeren pessimistisch over de toekomst. Dit leidt zelfs tot depressiviteit onder de nodige jongeren. Onze buurvrouw – HRM manager bij Tennet – u weet wel: dat bedrijf dat keihard werkt om in Nederland de zware stroom infrastructuur te upgraden zonder dat de Russen of Chinezen ons direct lam kunnen leggen – had zo’n asfaltzitter in dienst genomen. Totdat hij onder werktijd op het asfalt ging zitten; dit leek hem niet meer dan logisch: protesteren is onderdeel van het werk. Daar denken ze bij Tennet anders over, dus werd het einde contract.

Ik zie Beren, Teun of Jort nog niet op het asfalt zitten. Maar je weet nooit, hoe ze zich ontwikkelen, de slimmeriken die net uit hun ei gekropen zijn. Inmiddels is de schoonmaker binnen gekomen. Een Indiase jongen die duidelijk niet naar de gym gaat. De case manager regelt dit allemaal. Jeetje wat decadent. Waar is het hier vies? O, kijk. Teun weet het: de slaapkamer van Teun en Jort, die mag wel even geveegd worden. De schoonmaker gaat het boenhok in en haalt een veger, een grote emmer, een trekker en een dweil tevoorschijn. Geen idee of hij een high potential is. Maar hij gaat zeker niet op het asfalt zitten. Veel te heet!

 

 

4 Comments

  • Hoi jullie daar in het verre India :-).
    Mooi om de blog te lezen en zo het wel en wee te mogen volgen. Knappe positiviteit die er uit spreekt! Wens jullie veel kracht en sterkte voor dit proces en duim mee voor een mooie afloop van dit “avontuur”. Een proost met Eldens Blauwe-likeur alvast op je gezondheid Henk! Groets, Marianne Hammink & Albert

    • Ha Marianne en Albert,
      Proosten op gezondheid met Eldense Blauwe likeur is natuurlijk altijd goed! Fijn om bericht te krijgen uit Elden. Dank daarvoor. Ja, die positiviteit… In Nederland investeren ze geen dubbeltje meer in me, tenzij het gaat om pijnstillers, te beginnen met een paracetamol en eindigend met morfinepompen. Tja. Wat is dat voor perspectief? Dan duiken mensen om je heen wat verder in de materie, en dan blijkt er een compleet andere wereld te bestaan: India. Dat India is stronteigenwijs als het gaat om economische keuzes. In mijn geval: fijne keuzes. Ik heb goede hoop dat ik met een betere gezondheid terugkeer in Elden. Dat zou natuurlijk geweldig zijn. Garanties zijn er nooit. Maar hoop doet leven.

      Hoopvol zeg ik: tot ziens in Elden!
      Henk

  • Hoi Henk,
    Jullie zitten redelijk noordelijk in India.
    Naar het zuiden wordt het alleen maar heter en droger en daarna groener, vochtiger benauwd en tropisch.
    Ga je echter 100km naar het noorden en dan zit je in Chandigarh. Heb daar ooit een yoga opleiding gedaan, in de voet van de Himalaya!
    75km noord-oost begint Nepal, ook onderdeel van de Himalaya.
    De schoonste lucht, de mooiste oer bossen. En nog wat verder de hoogste bergen ter wereld. Zeker aan te bevelen!

    Wij zeggen [Hie-ma-la-ja], maar daar spreken ze het uit als [Hie-malia]. Leuk taaltje, begint het Indiase engels al te wennen?

    Thanks, ga nu je andere blog lezen, je verwend ons met 2 verhalen op 1 dag.
    Groet Patrick

    • Ha Patrick,

      Hahaha, ik moet het nog zien hoor of er sprake is van verwennen. Mijn ervaring is dat ik niet te lang moet dooremmeren over geopolitieke ontwikkelingen. Daar zijn de meeste mensen toch een beetje vies van.

      de schoonste lucht, de mooiste oerbossen, en de hoogste bergen ter wereld. Dit klinkt als een mooie omgeving voor Jort! Of ik daar ooit kom, dat valt te bezien. Eerst maar eens even de weg omhoog vinden wat betreft de longen. En dan hopen dat de Car T cel therapie aanslaat. Grote kans van wel, volgens de arts. Maar er zijn altijd uitzonderingen.

      Ik ga me hierna eens verdiepen in de fruitteelt van India. Tenminste, als de energie daar is. Jouw beschrijving van de uiteenlopende klimaten geeft al een indicatie waar ik moet zoeken.

      Veel leesplezier! En fijn dat je weer terugdenkt aan jouw yoga tijden van weleer. Wat moet dat een geweldige tijd geweest zijn!

      Hartelijke groeten,
      Henk

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.