Het is vier uur. Ik sta op. Door het keukenraam kijk ik naar buiten, naar de toppen van de Italiaanse populieren. Het is windstil.
Bennie zit er al. Ik herken hem van verre aan zijn silhouet. Onze dobbers zijn nauwelijks zichtbaar. Witte slierten hangen op het water. De eerste zonnestralen boren zich door de slierten nevel. Het water zucht. De nevelen bewegen nerveus heen, van links naar rechts en weer. Ze lossen op in de steeds lichter wordende ruimte. Onze dobbers steken nu scherp af tegen de achtergrond. Bij Bennie verrijzen ontelbare bellen. Zijn dobbers dansen. Hij slaat aan en landt de eerste brasem, goudbruin. Ik ben vijftien jaar. Ik geniet.
Zie je die koppen? Ze gaan naar hun werk. Kijk naar hun koppen. Aan het woord is Fred. Hij is in onze ogen oud. Eind veertig en van beroep rentenier. Hij is een klein mannetje, bonkig, voorzien van zwart kort haar. Priemende ogen boven een klein glazen brilletje. Hij vertelt graag ons zijn verhalen. Wij zijn de vissers, een klein groepje jongens van rond de zestien, zeventien jaar. Sommigen noemen hem de filosoof, anderen de miljonair. Ik luister. Hij was koppelbaas in Duitsland. Het zegt me vaag iets. Hij is in ieder geval baas. Over driehonderd man, vertelt hij. Als hij dan aan kwam lopen, zat hij strak in het pak. Keurig geschoren, op en top fris. Strakke blik. Waar hij binnenkomt, daar valt het stil. Natuurlijk geloof ik hem. Het is waar. Anderen mogen lachen. Ik lach niet. Ik luister.
Je maakt afspraken, vertelt hij. Wat ik met de een afspreek, heeft niets te maken met wat ik met de ander afspreek. De meeste mensen zijn hebberig. Daar kun je geen gesprek mee voeren. Ze zijn nooit tevreden en willen altijd meer. Triomfantelijk: Ik zwijg! Ik sta daar boven! Dan denk ik: wat ben jij dom!
Ik ben diep gelovig. Ik ben Katholiek. k kom nooit op feestjes. Daar zwijg ik. Ik praat met niemand. Mijn vrouw begrijpt dat niet…. Mensen zijn dom, besluit hij. Hij werpt zijn hengeltje nog eens in.
Mijn moeder foetert: de melkboer heeft weer twee keer de kaas aangeslagen. Ze zal hem morgen aanspreken. En dan zal hij wel weer zeggen: O, Riek, dat moet niet. Wat is het bedrag? Hierzo, kijk. Weer goed zo he? Mijn moeder houdt niet van die fratsen. Het is altijd iets dat dubbel aangeslagen wordt. Hij vergeet zelf nooit een boodschap aan te slaan. En mijn moeder houdt er niet van als mensen de boel proberen op te lichten. Zelf laat ze zich niet foppen. Vooraf heeft ze haar lijstje al klaar, en weet ze op de cent nauwkeurig wat het moet gaan kosten. Weet je het zeker melkboer ? Ja hoor, het klopt. Mag ik dan het bonnetje? Natuurlijk mevrouw Van Rheede! Hij voelt de bui al hangen.
De buurvrouw van verderop is altijd de pisang. Ze wordt al zenuwachtig als ze ergens naar toe moet. Ze doet gewoon boodschap voor boodschap. Eerst een pakje suiker. Dan een pak melk. Fietsen is gezond. Mijn moeder moet er een beetje om lachen. Maar ach, wat geeft het. Het komt allemaal goed. De ene gaat nu eenmaal wat sneller dan de ander. Niemand heeft zichzelf gemaakt.
Waarom piepen oude deuren altijd zo? Ik loop op mijn tenen de grijze wenteltrap op, langs de witgekalkte muren. Door het hoge raam zie ik de eeuwenoude plataan, bovenaan de steile afrit. Hier ben ik gedoopt. Boven zitten twee mensen. Gelukkig altijd dezelfde. Ze grijnzen als ze me zien. De timing is goed: de uitleg van de preek begint net. Na enkele minuten kan ik de preek uittekenen. Zo voorspelbaar zal het toch niet zijn?
Als de preek is afgelopen en mensen massaal beginnen aan het verlossende zingen, snel ik de trap af. Niemand die me nu hoort of ziet. Kwam je wat later, vraagt mijn moeder. Ze wacht niet af: ik hoorde de deur.
We kunnen niets meer voor u doen. Tegenover me zit een gepromoveerde arts. Maar ja, wat zegt dat? U heeft de verkeerde cellen. Ik geloof er geen reet van. Mijn intuïtie zegt dat deze arts onzin kletst. Het is onzin. Het is een geloofwaardig verhaal voor de meute. Maar ik ben de meute niet. Ik ben getergd.
Guido heeft zijn visstoel met in hoogte vertelbare poten speciaal voor mij neergezet. Ik heb te weinig kracht meer om op een normale stoel op schuin talud te kunnen zitten. Ik zit prinsheerlijk. We staren al uren naar onze dobbers. Er gebeurt niks. Incidenteel verschijnt er een bel en veren we op. We worden gefopt; we weten het.
Onze visparaplu’s staan stevig vast. Het is nu nog rustig. Hoog boven ons is de lucht bij flits een witte zee waartegen pikzwarte wolken boosaardig afsteken. Het barst straks los, waarschuw ik. Ach dat valt wel mee. En terstond krijgt Guido beet. Hij slaat aan en de karper hangt. De hemel scheurt open en braakt zijn vuurpijlen uit. Met een carbonhengel naar boven wijzen terwijl de ene donder na de andere over het rivierenlandschap uitrolt? Als een zot draait Guido de vis binnen. Ik maak snel foto’s van de slanke karper. Weg hier.
We fietsen zo hard onze benen het toelaten. Bijna bij de bandijk. Dan valt een gordijn van zware grijze druppels over ons heen. Zeiknat komen we bij mij thuis aan.
Mijn moeder doet open nog voordat we op het stoepje staan. Ik had jullie wel verwacht. Het is zo’n noodweer. Ik heb soep opgeschept. Ze loopt in haar pyjama. Wat een noodweer he?
Mooie terugblik Henk. Blijf schrijven. Je stukjes zijn leuk om te lezen
Hoi Lisa,
dankjewel. Soms is het ook leuk om te schrijven, soms niet. Het kost me soms te veel energie. Dus dan is het maar even wachten. Het is niet anders. Overigens ben ik benieuwd of je de boodschappen die ik in het stukje gestopt hebt, ontdekt hebt. Maar goed, dat is hopelijk geen must.
Hartelijke groeten uit ND.
Hoi Lisa,
dankjewel. Soms is het ook leuk om te schrijven, soms niet. Het kost me soms te veel energie. Dus dan is het maar even wachten. Het is niet anders. Overigens ben ik benieuwd of je de boodschappen die ik in het stukje gestopt hebt, ontdekt hebt. Maar goed, dat is hopelijk geen must.
Hartelijke groeten uit ND.
Mooie herinneringen, even dacht ik : ” nu is Henk echt de weg kwijt” .
Chronologische klopt het voor geen meter maar uiteindelijk….
Op naar meer herinneringen…iets met paarden, stieren in de wei of misschien plots vliegende visstoeltjes?
Ha Hans,
Jouw geheugen is beter dan het mijne. Dus wat let je?
Ik was niet de weg kwijt. Het was mijn bedoeling om de lezer een paar boodschappen mee te geven. Maar om die te ontdekken moet je wel een beetje je best doen en ik probeer de lezer natuurlijk op het verkeerde been te zetten. Ik denk dat dit laatste bij jou aanvankelijk in ieder geval goed gelukt is. Nou, ben benieuwd naar jouw herinneringen…. Dat vliegende visstoeltje is trouwens wel een goede. Maar let op Hans, als deze terugkomt in een van mijn verhaaltjes zal het chronologisch weer niet kloppen ;-)) Groeten, Henk
Ik kan mij nog herinneren, dat ik bij opa en oma logeerde en dat het zo hard onweerde dat het hele huis stond te trillen. Bleek dat het in een appelboom in de achterste boomgaard was ingeslagen..
Hoi Cynthia,
Nou, daar weet ik dan niets van. Het is wel een mooi verhaal. Gelukkig staat het huis nog overeind. Weet ik gelijk waar al die scheuren in de muren vandaan komen.
Hartelijke groeten,
Henk
Dag Henk,
Wat een verhalen weer bij religie en noodweer. Tja, die belevenissen met Bennie en Guido vergeet je nimmer en het feit dat je moeder heel goed de bonnetjes controleerde klinkt mij als muziek in de oren. Deed iedereen dat maar. Wanneer ik tegenwoordig in de winkel kom sta ik verbaasd wat er allemaal in de karren ligt. Ik koop zelf altijd wat ik nodig denk te hebben, weet niet of dat bij iedereen zo is.
Jouw filosofische kwaliteiten heb ik al eerder aangehaald. De huidige situatie waarin jij en je gezin verkeren zullen het gevoel voor teksten alleen maar aanwakkeren, zo zit de mens Henk wel in elkaar. Man, man …wat moet je allemaal toch beleven waar je enkele jaren geleden geen enkel moment bij stil stond of hoefde te staan. Het leven is onvoorspelbaar, iedere dag is weer een nieuwe en daar probeer jij wat van te maken. Ik hoop van ganser harte dat je blijft schrijven en je lichaam gaat aansterken om vol de strijd aan te blijven gaan. Sterkte, warme groeten ook aan Kit en de jongens.
Dag John,
Dank voor je mooie reactie. Het is bizar hoe ons leven nu verloopt. Maar het gaat zoals het gaat. We worden geconfronteerd met scenario’s waar we nooit notie van hebben gehad. Precies zoals jij ook aangeeft. Maar we moeten het er mee moeten doen en zolang er kansen zijn, proberen we die te benutten.
Ik heb het idee dat mensen vroeger dankbaarder waren. Maar ik kan er naast zitten. Laat ik voor mezelf praten: het is geweldig om te mogen genieten van het leven. Daar word je je op een zeker moment wel heel erg bewust van. Zeker als je in Nederland leeft en een beetje mazzel heb gehad met opleiding en baan, dan heb je bovendien de enorme luxe om met vakantie te gaan en andere landen en andere culturen te bezoeken. Het leven biedt zoveel moois. Hoe jammer is het dan om te zien dat er – om welke reden dan ook – zoveel geweld wordt gebruikt tussen mensen onderling. Wat een enorme verspilling van het grootste goed waarover de mens beschikt: het leven zelf.
Het is helaas een historisch gegeven dat er altijd oorlog en geweld heerst ergens op de wereld. Dit is een triest feit. Gelukkig is het in Elden over het algemeen rustig – net als in Elst – en kunnen we genieten van de prachtige natuur en het prachtige Over-Betuwse landschap. Ik verheug me enorm op de terugkeer naar Elden en hoop snel te kunnen gaan vissen. Vangen doet er minder toe, het onbezorgd kunnen zitten aan de waterkant en het kunnen genieten van alles om je heen, dat is al voldoende voor mij. En wie weet, mag ik van de zomer weer genieten van heerlijke pruimen zoals de Eldense Blauwe en de Reine Claude Verte. Jammer dat ik met dertig pruimen per dag ongeveer aan mijn maximum zit….
John, ik zou niet te veel kijken naar de inhoud van die karretjes. Jezelf verwennen met (iets te veel) eten is ook een vorm van luxe waarvan je niet weet hoe lang die nog blijft bestaan. Het is wel een prachtige uitdaging voor Nederland om te werken aan en te investeren in een duurzame landbouw en een duurzame voedselproductie. Want wat in de karretjes ligt is – helaas – vaak niet heel erg gezond. Maar of je dat de consument moet aanrekenen? Ik veroordeel eerder de voedselvewerkende industrie.
Ik hoop je snel weer te zien ergens aan de waterkant of gewoon in Elden bij ons thuis.
Hartelijke groeten ook aan Elize,
mede namens Kit, Henk
Ha Henk,
Fijn dat je ons op de hoogte houdt van je wel en wee met je stukjes. Laatste stukje was voor mij niet geheel duidelijk met tijdsprongen etc en ik las een onheilspelling. Gelukkig was het een herinnering en laat het daarbij blijven.
Ik wens jullie beiden strijdlust en sterkte en bovenal een betekenisvolle tijd samen.
Liefs Roos
Dag Roos,
Wat fijn om van je te horen! Het ging even te slecht om te kunnen reageren. Maar ik ben er weer. Wel voor kort want binnenkort = volgende week – is het weer ziekenhuis dat de klok slaat. Het laatste stukje was inderdaad wat cryptisch. Dank voor je goede wensen en groeten thuis, aan Lianne.
Hartelijke groeten van ons allen,
namens hen: Henk