Ja, zelfs wij moeten soms met ons gezin van huis om even de zinnen te verzetten. Dit jaar nu eens niet naar Frankrijk maar wat dichterbij: de Ardennen. Zouden ze daar pruimen hebben?
Ieder mens heeft recht op één afwijking, leerde lang geleden een oud-collega mij. Mijn afwijking is wel duidelijk: ik kan geen onbekend gebied betreden, of ik speur naar fruitbomen en pruimenbomen in het bijzonder. De eerste paar dagen had ik geen nog geen pruim gezien. Wel een appelenboom. Terwijl de jongens een gat in de dag sliepen, gingen Kit en ik de paden op, de lanen in. Kit zoekt de weg, ik zoek fruitbomen.
Op een van onze vroege ochtend wandelingen kwamen we in zo’n dorpje waarbij ik steevast denk: ‘Waar leven die mensen hier van?’ Alsof de tijd 1000 jaar heeft stilgestaan. Het leven kabbelt hier. Geen dynamiek, geen herrie, geen heisa, geen paniek, he-le-maal niks. Vrijwel niemand te zien. Een paar lome koeien in het gras, rondom een kolossale stier. Zelfs hier geen dynamiek. Een rondje rond het dorp wandelen, stelt Kit voor. Waarom niet? Zo zie je de kerktoren – prominent in het midden van het dorpje – van alle kanten. Warempel, de stilte wordt verbroken: de kerkklok meldt uit het niets dat het 10 uur is. De rust waarin we verkeren, doet me denken aan de 4 mei herdenking. Stilte, een klok en weer stilte.
Lome koeien rondom een flinke stier
Over flinke stieren gesproken!!
Het is zo’n plek, zo’n moment dat je niets verwacht. Alles staat stil. De beboste hellingen staan roerloos te wachten op de nacht. Zo’n beetje alles staat hier stil. Behalve wij dan. Wij willen weer op tijd terug zijn voor de lunch. Maar we hebben nog tijd zat en in de rugzak van Kit zit nog altijd wat te eten en te drinken voor onderweg. En dan zie je een pruimenboom! In de voortuin van een schattig huisje, zoals hier bijna alles huisjes en huizen schattig zijn. De pruimenboom staat nagenoeg op de scheiding van de tuin. De takken hangen over het toegangsweggetje van het huis. Het is een kwets en ze zijn nog niet rijp. Is het een Hongaarse Kwets? Kan maar zo. Maar er zijn zoveel Kwetsen dat ik daar verder geen zinnig woord over kan zeggen. Op de grond liggen wat gevallen pruimen die ik opraap. Die gaan mee naar huis voor de pitten. Een pit (steen)-deskundige kan hier misschien nog wat van maken.
Hongaarse Kwetsen? Wie het weet mag het zeggen!
De volgende dagen komen we meer pruimenbomen tegen tijdens onze wandeltochten. Toch zijn het er niet veel. Handappels zie je meer. Peren vrijwel helemaal niet. Kersen juist weer wel. Maar al met al blijft het zoeken naar fruitbomen.
Heel af en toe en altijd geheel onverwacht lopen we opeens aan tegen jonge fruitaanplant! Ja, fruit uit de Ardennen! Hier in de buurt van Grupont!
Jonge aanplant nabij het chateau van Mirwart
Op de kaarten die Kit vooraf besteld heeft speur ik vanachter de tafel ter voorbereiding van de wandeltochten naar boomgaardjes. Ik vind er wel wat op kaart. Vrij klein en de meeste ver van de doorgaande of doodlopende weg af gelegen. Ik geloof niet dat het wat wordt. Maar dit zie ik verkeerd. Op een middag, onderweg naar een museum over de rurale cultuur van deze streek zet ik – terwijl we kalmpjes aan een steile bult op kachelen – acuut de auto stil, om daarna een stukje achteruit te rijden. Zie ik dit nu goed? Ja hoor! Een pruimenboom!
De Basiliek van Sint Hubertus (Saint-Hubert). Tegenover de entree bevindt zich het toeristeninformatiebureautje. De mevrouw kijkt me niet begrijpend aan wanneer ik vraag naar de Sanctus Hubertus pruim. Ik heb duidelijk wel de klok horen luiden maar de klepel ben ik even kwijt. Want de Sanctus Hubertuspruim is gewonnen door Eugene Swerts uit Grimmerlingen niet in de plaats Sint Hubertus maar in Grimmerlingen bij Sint-Huibrechts-Hern, in het Belgische Limburg!
De eigenaar staat toevallig wat te tuinieren. Hij praat nog Nederlands ook. Hij blijkt een trouwe en fanatieke loper van de Nijmeegse Vierdaagse. En de pruim? Die is ooit zomaar gaan groeien daar. Hij zegt dat het een Reine Claude is. Na wat vraagwerk weet ik dat de pruim niet al te groot wordt, rond van vorm is en eerst groen is en daarna geel wordt. Dit zou een Reine Claude Verte moeten zijn? Met zijn snoeischaar mag ik een scheut afknippen. Die gaat mee naar Holland. Opgetogen wordt de reis vervolgd. Maar nog geen 500 meter verder moet ik weer stoppen. We zijn het dorp al ver uit. Langs de kant van de weg staat een verwilderde Sleedoornhaag. En uit het niets staan daar enkele meters uit elkaar twee pruimenbomen. Zonder pruimen. Maar het zijn pruimenbomen. Ik zie erg groot en langwerpig blad, wat ik niet eerder heb gezien. In de auto ligt een schaartje. Daar knip ik twee grote twijgen mee af. Van iedere boom een twijg.
Langs de kant van de weg, te midden van een Sleedoorn haag: twee verdwaalde pruimenbomen!
Een dag eerder gingen we weer eens uit wandelen. Kit bedenkt de routes. Een groot maar zeer oud huis pal aan de weg trekt onze aandacht. Aan een houten paal voor het huis is een set A-viertjes met tekst opgehangen. Het huis kan gerenoveerd worden; wie interesse heeft moet contact opnemen met de lokale autoriteiten. Althans, dit lezen wij er in. Het huis staat al een poosje te staan zonder bewoning, zo te zien. Dan maar gluren door de raampjes. Niks anders te zien dan spinnenwebben. Er is een achterom. Een tuin op een helling. Met zicht op een dal. Adembenemend. Maar nog adembenemender zijn de fruitbomen…. Wat oude appels, een paar notenbomen, een kers en vier pruimenbomen! Twee ervan zijn in ieder geval Kwetsen. De andere twee zijn pruimloos. Door het gras is een soort van onduidelijk pad gemaaid, dicht tegen de achtergevel aan. Maar rondom de pruimen: volop wortelopslag!
Wortelopslag van pruimenbomen! Wat een heerlijk gezicht!
Mijn hart maakt een sprongetje. De bomen zijn hoog en vrij kaal. De dunne stammen hebben alleen in de top wat takken, met uitzondering van een Kwets. Deze heeft takken hangen bijna tot aan de grond.
Kittie verkent de kwaliteit van de Kwetsen!
Aan het einde van de middag keren we per auto terug. Ik heb een paar bakjes bij me en een lang broodmes. Zes exemplaren snijdt ik ruim uit. Op basis van kleur en bladvorm verwacht ik dat het om twee, misschien wel drie verschillende soorten onderstammen gaat. We zullen het gaan zien als deze groot gegroeid zijn!
De onverwachte oogst is aangekomen in Elden!
Intussen zijn we weer thuis. Ik besef dat ik blij moet zijn dat de vakantie maar zo kort was. Anders hadden we onvoldoende kofferbakruimte gehad voor gevonden pruimenhout!